Onze visie: leven zoals het is
We leven pas echt wanneer we ons laten raken door het leven.
Door wat zich aandient — het mooie én het pijnlijke.
Zolang we alleen het aangename toelaten, de rest onderdrukken en de controle willen houden, sluiten we ons af van het leven zelf. Dan sterven we innerlijk, stukje bij beetje.
De fenomenologische psychologie en het levensintegratieproces (LIP) nodigen uit tot een andere houding: volgen wat zich aandient, hoe het zich ook toont. Niet beheersen, maar waarnemen. Niet veranderen, maar ontmoeten.
Wat ons werk kenmerkt
🔹 Het leven leeft ons
Wij zien het menselijke leven als een uitdrukking van een vrije, levende beweging — van bewustzijn, van ziel. Deze ziel is niet alleen individueel, maar ook collectief: ze stroomt door mensheid, cultuur, geschiedenis en samenleving.
🔹 Individu en collectief horen samen
Fenomenologische psychologie betekent voor ons: de bewegingen van de ziel waarnemen, zoals ze zich tonen in het individu én in het grotere geheel. Die twee zijn nooit los van elkaar te begrijpen.
🔹 Volwassenwording komt van binnenuit
Werkelijke persoonlijke, emotionele en spirituele groei ontstaat niet door te forceren of te ‘werken aan jezelf’. Ze ontstaat vanuit het leven zelf. Wat gevraagd wordt, is dat we bewust worden, erkennen, aanvaarden — en, als het leven dat vraagt, bezield handelen.
🔹 Opstellingen maken het voelbaar
In ons werk gebruiken we vooral de representantenmethode uit het opstellingenwerk. Geen methode laat zo helder zien wat zich op zielsniveau afspeelt. Door deze werkwijze wordt zichtbaar én voelbaar wat het leven ons toont — mentaal, emotioneel en lichamelijk.
🔹 Het LIP-model: zeven bewustzijnsniveaus
We werken vanuit het door Wilfried Nelles ontwikkelde bewustzijnsmodel. Dit model brengt de levensfasen van de mens fenomenologisch in beeld — van de symbiotische eenheid vóór de geboorte tot aan de dood.
🔹 Het levensintegratieproces (LIP)
Uit dit werk is het LIP ontstaan: een praktische opstellingsvorm en een holistische benadering van ontwikkeling. Niet gericht op ‘oplossen’, maar op aanwezigheid.
We zoeken geen antwoorden in het verleden, maar vinden richting in de onvoorwaardelijke aanvaarding van wat was en wat is.






