Instituut

FILOSOFIE

We leven pas echt als we ons laten aanraken door het leven. Dit aangeraakt worden kan zowel mooi als pijnlijk zijn. Als we alleen het fijne en het mooie willen en van het droevige of pijnlijke terugschrikken en altijd controle willen houden sterven we innerlijk. Dit is de basishouding van de “fenomenologische psychologie” – die volgt het leven, hoe het zich ook toont.

We gaan van de volgende uitgangspunten uit:

  • We zien het menselijk leven als een manifestatie van de vrije, uit zichzelf voortvloeiende levende beweging van het bewustzijn of de ziel. De ziel beschouwen we daarbij niet alleen als een aspect van de individuele mens, maar ook als de beweging van het collectieve menselijk bewustzijn met zijn uiting in maatschappij, cultuur en historie.
  • We beschouwen fenomenologische psychologie als de waarneming van deze bewegingen van de ziel, die zich zowel uitdrukken in het individu als in het collectief. Beide horen bij elkaar en worden altijd in samenhang bezien.
  • Spirituele, persoonlijke of emotionele groei (volwassenwording) gebeurt, net als elke andere groei, door de innerlijke beweging van het leven vanuit onszelf. We kunnen het niet forceren of creëren. In plaats van iets te “doen” gaat het in het leven net zoals in dit werk om het onderkennen, bewust worden en aanvaarden en als het leven dat vereist, bezield e bewust handelen.
  • In de praktijk werken we vooral, maar niet uitsluitend, met de representantenmethode van het opstellingenwerk die het, meer dan enige andere methode die we kennen, mogelijk maakt om bewegingen op zielsniveau zichtbaar en tastbaar te maken. Daardoor kunnen we deze bewegingen integraal (mentaal, emotioneel en lichamelijk) waarnemen.
  • Als theoretisch en praktisch kader gebruiken we het door Wilfried Nelles ontwikkelde model van de evolutie van het menselijk bewustzijn, dat zich richt op de fenomenologische waarneming – in de LIP-opstelling – van de levensfasen van de mens (ongeboren kind – symbiotische eenheid, kindertijd, adolescentie, volwassenheid, vroege ouderdom, rijpe ouderdom en tenslotte de dood).
  • Uit deze opstellingenpraktijk is het levensintegratieproces (LIP) als praktische opstellingsvorm en als holistisch therapeutisch perspectief ontstaan. Het plaatst het opstellingenwerk helemaal in het hier-en-nu. Oplossingen zoeken we niet meer in het verleden maar in de onvoorwaardelijke aanvaarding van wat was en wat is.